PAUL COWLEY – STROLL OUT WEST

Artiest info
Website
facebook
 

Ik “ontdekte” Paul Cowley zo’n zeven jaar geleden. Het is een Brit, die na drie decennia van Snowdonia (een bergachtig gebied in het N.W. van Wales) naar Morbihan (een departement in het woeste en groene Franse schiereiland Bretagne) verhuisde, waar hij ondertussen met zijn vrouw een Chambre d'Hôtes uitbaat.

Cowley is al bijna een kwart eeuw een singer-songwriter en (akoestische fingerstyle & slide) gitarist, die zijn inspiratie vindt in de country blues van legendes als Lightnin Hopkins, Mississippi John Hurt, Robert Johnson en Big Bill Broonzy. Hij ventileerde zijn liefde voor akoestische en pre-war blues, via The Sutton Blues Collective, muzikaal jarenlang. Eerst in Sutton Coldfield en in de regio van Birmingham en daarna in de ganse UK en Europa. Cowley trad al live op voor de BBC en andere radiostations.

Op zijn derde studio album ‘Rural’ (2018) refereerde Paul Cowley naar zijn verhuis naar het landelijke Morbihan. Later (als opvolger van ‘Brandéha’, 2020) verscheen er ‘’Long Time Comin’’, waarin hij zich bezon over de voorbije 20 jaar in zeven originele songs en vijf covers van John Hurt, Blind Boy Fuller, Ray Charles, Willie McTell en Charlie Patton. Daarna was het hier stil rond hem.

Zijn vijfde studio album kreeg de titel ‘Stroll Out West’. Het werd opgenomen in 2022 en bevat 12 songs: 7 originals en 5 covers. De titel van zijn nieuwe album is ontleend aan een regel in Robert Petway’s “Catfish Blues” -een van de covers die hij opnam- en verwijst naar Cowley’s eigen geleidelijke westwaartse bewegingen in het leven. Het duurde wat langer om ‘Stroll Out West’ op te nemen, om frustraties van eerdere projecten te vermijden. Pascal Ferrari, die de vorige twee albums heeft gemixt en gemasterd, suggereerde Cowley bij de vorige opnames van twee specifieke lintmicrofoons te kopen. Ook nu was hij (maar al te graag) weer muzikaal betrokken bij de opnames. De eerste opnames gebeurden in de studio van Ferrari in Martigné Ferchaud. Daar werden ideeën samengevoegd. In totaal heeft Ferrari aan zeven van de twaalf nummers bijgedragen, de andere vijf zijn solo.

Het album opent met vier eigen nummers. “My Kinda Girl”. Cowley beschrijft daarin zijn idee van de perfecte vrouw: "iemand die me zal helpen als ik down ben…". Op “On My Way” kijkt hij resoluut naar de toekomst. “Nosey” is volgens Cowley “een ondeugend, niet kwaad bedoeld nummer over een buurman…" en op “World Gone Crazy” beschrijft hij de actuele politieke wereld zo precies, dat waarschijnlijk velen hem snel zullen begrijpen: “Alles staat op zijn kop, binnenstebuiten - de mensheid slaapwandelt naar zijn eigen ondergang…". Skip James’ klassieker “Special Rider Blues” is daarna de eerste van twee covers. Cowley kiest voor een tragere interpretatie van het nummer en voegt slidegitaar toe om het zich eigen te maken. Van Smokey Robinson & The Miracles kiest hij hun hit “Tracks of My Tears”. De update is hier rustig, maar de benadering blijft, mede door het drumwerk van Pascal Ferrari, soulvol. Opnieuw volgen er dan twee eigen nummers. Paul noemt één van zijn vrienden (met wie hij af en toe optreedt), Jim Crawford, als inspiratie voor het levendige, “Songs of Love”, Cowley’s vader overleed in 2021. Dat besef inspireerde hem bij het schrijven van “Life Is Short”: "hoe vluchtig en kostbaar het leven is…". Van “Stagerlee” van John Hurt uit 1923, bestaan er door de jaren heen al ontiegelijke versies. De “historische Stagger Lee” was Lee Shelton, een Afro-Amerikaanse pooier, die aan het einde van de 19e eeuw in St. Louis, Missouri, woonde. Hij kreeg de bijnaam Stag Lee of Stack Lee, met een verscheidenheid aan verklaringen: omdat hij zonder vrienden was / of, hij ontleende de bijnaam aan een bekende rivierbootkapitein genaamd Stack Lee / of, volgens John en Alan Lomax, nam hij de naam van een rivierboot die eigendom was van de familie Lee van Memphis, de Stack Lee, die bekend stond om zijn prostitutie aan boord… Shelton stond lokaal bekend als een van de Macks, een groep pooiers, die door hun flitsende kleding en uiterlijk de aandacht opeisten. Wat een feit is, is dat Billy Lyons met Kerstmis 1895 in St. Louis werd neergeschoten door "Stag" Lee Shelton. Een lied getiteld "Stack-a-Lee" over de moord werd voor het eerst genoemd in een krant uit 1897, met als uitvoerder ene Prof. Charlie Lee. De eerste publicatie van het nummer vond plaats in 1911 en de eerste opname in 1923 door Fred Waring’s Pennsylvanians, onder de titel "Stack O' Lee Blues". De versie die Cowley koos voor zijn arrangement, is versie uit 1928 van Mississippi John Hurt. Na “Whatever It Takes” volgen er als afsluiters nog twee covers. Het reeds genoemde “Catfish Blues” van Robert Petway en “Preachin Blues” van Robert Johnson. In het eerste mixt Cawley wat slide en elektrische gitaar in zijn versie van het nummer. Paul Cowley sluit daarna gepast en erg slim afgemeten af, met een portie bovenmaatse slidegitaar.

“On 'Stroll Out West', Paul Cowley is once again standing with both feet deep in the mud of the Mississippi…” (ESC, Rootstime.be)

Eric Schuurmans

 

 

‘STROLL OUT WEST: tracklist: 01. My Kinda Girl - 02. On My Way – 03. Nosey - 04.
World Gone Crazy - 05. Special Rider Blues [Skip James] - 06. Tracks Of My Tears [Smokey Robinson] - 07. Songs of Love - 08. Life Is Short - 09. Stagerlee [John Hurt] - 10. Whatever It Takes - 11. Catfish Blues [Robert Petway] - 12. Preachin Blues [Robert Johnson] | Music/Lyrics: Paul Cowley, w/ or as [noted] | Producer: xx | Credits: Paul Cowley: vocs, guitars, slide guitar, percussion / Pascal Ferrari: drums, percussion, bass

Discography PAUL COWLEY: Stroll Out West [2023] | Long Time Comin’ [2021] | Brandéha [2020] | Just What I Know [2018] | Rural [2015] | Close to You [2013] | Live, The Paul Cowley Trio (Live recording @ Crossroads Blues Club in Birmingham, 12/2009) [2009] | Don’t Need too Much [2005] - sold out! |